Wetenschappelijk onderzoek en IVF/ICSI


Wat werkt en wat werkt niet? Aangezien ik zelf grote interesse heb in gezondheid en wetenschap, kan ik het natuurlijk niet laten op PubMed op zoek te gaan naar onderzoek dat al gedaan is naar IVF/ICSI en op ons van toepassing kan zijn. Wat ik vooral wilde weten is of ik nog iets kan doen om de kansen op succes te vergroten. Deze informatie is dus allemaal wel wetenschappelijk onderbouwd, maar natuurlijk is het puur wat ik eruit heb gepikt en nooit volledig. De studies zonder effect heb ik overgeslagen en meer onderzoek blijft nodig. Bij deze mijn bevindingen!

Onderzocht is of een voorspellend nomogram bruikbaar is om de FSH start dosis te bepalen bij IVF/ICSI. Hierbij is gekeken of een nomogram gebaseerd op de biomarkers leeftijd, dag 3 FSH en AMH de strategie kunnen bepalen. Belangrijk was dat een optimale hoeveelheid eitjes van 8-14 werd verkregen. Bij een lang protocol werden mensen verdeeld in een groep die 150 IU (eenheden) ≤35 jaar of 225 IU >35 jaar kregen, gebaseerd op het nomogram. De respons bij dit model was optimaal bij 63% van de mensen, tegenover 42% in de controle groep. Echter maakte het hier voor de hoeveelheid zwangerschappen en cryo’s per patiënt niet uit.

Onderzocht is of stimulatie protocollen bij IVF beter conventioneel of mild kunnen zijn. Conventioneel hebben een grote kans op ovarieel hyper stimulatie syndroom (OHSS), zijn minder comfortabel voor de patiënt en kosten meer. Tegenwoordig worden de milde protocollen steeds vaker gebruikt met lage dosis hormonen (≤150 IU/dag), korte duur en een kleiner aantal eitjes. Het aantal zwangerschappen bij de verse terugplaatsing is kleiner bij milde stimulatie, maar het totale aantal zwangerschappen is vergelijkbaar. Beide protocollen hebben voor- en nadelen en per patiënt moet een keuze gemaakt worden welke het beste past.

Onderzocht is wat de uitkomsten na de conceptie zijn bij zwangerschappen via IVF/ICSI. De totale hoeveelheid ICSI behandeling is toegenomen van 68,9% naar 73,1% in 5 jaar tijd, waarbij nu 93,4% wordt gedaan door mannen met verminderde vruchtbaarheid. Vrouwen die door IVF zwanger zijn geworden hebben vergelijkbare aantallen van meerlingen, vroegtijdig bevallen, doodgeborenen en geboorte defecten als ‘natuurlijk’ zwangeren. Bij ICSI is echter de kans op geboorte defecten groter dan bij IVF, met 3,0% tov 2,5%, waarbij het meest te verklaren is door mannen met verminderde vruchtbaarheid met 3,2%. Ongeveer de helft van de ICSI procedures gebeurt bij stellen waar geen mannelijke verminderde vruchtbaarheid is, dus is de conclusie dat ICSI te vaak gebruikt wordt.


Onderzocht is wat de invloed is van de seizoenen op IVF in de cyclus erna. Vijf jaar lang zijn 9865 verse terugplaatsingen gevolgd en bekeken of weersomstandigheden als temperatuur, regen en zon bij de start van de stimulatie effect hadden op de uitkomsten van IVF een maand later (aantal eitjes, zwangerschappen en geboorten). De gedachte is dat de kwaliteit van de eitjes in de weken voor de stimulatie al wordt bepaald. Duidelijk is dat betere resultaten bereik worden als het weer voorafgaand aan de behandeling goed is. Het aantal dagen met regen en de hoeveelheid hiervan hangt negatief samen met het aantal levendgeborenen. Zo ook als gekeken werd naar het aantal uren zon in combinatie met het aantal regendagen.

Onderzocht is of de combinatie van myo-inositol met melatonine beter werkt dan alleen myo-inositol bij IVF bij mensen met PCOS. Bij PCOS blijken mensen vaak een slechtere kwaliteit eitjes te hebben, waardoor een behandeling hiervoor nodig is. Myo-inositol en melatonine blijken effectief te zijn voor positieve IVF uitkomsten, wat verband houdt met een betere ei-kwaliteit. Vergeleken is een groep met alleen foliumzuur 400 mcg, een groep met myo-inositol 4000 mg, foliumzuur 400 mcg en melatonine 3 mg met en een groep met myo-inositol 4000 mg en foliumzuur 400 mcg. Gekeken is naar het aantal eitjes en embryo’s, zwangerschappen en innesteling. De behandeling werd gegeven vanaf de eerste dag van de voorgaande cyclus tot aan 14 dagen na de verse terugplaatsing. Bewezen is dat een combinatie van myo-inositol en melatonine de kwaliteit van de eitjes en embryo’s bevordert.

Onderzocht is ook of myo-inositol effect heeft op de beweeglijkheid van sperma bij mannen met normale en verminderde vruchtbaarheid bij IVF. In abnormaal sperma blijken vaker vrije radicalen en reactief zuurstof aanwezig te zijn, waarbij het gebruik van antioxidanten leidt tot verbetering van de sperma kwaliteit als in beweeglijkheid, DNA beschadiging met consequenties tot het potentieel te bevruchten. Myo-inositol heeft eigenschappen als antioxidant en komt sneller in grotere concentraties in het sperma dan in het bloed. Het heeft zich dan ook bewezen dat myo-inositol bij mannen in een vruchtbaarheidsbehandeling de kwaliteit en beweeglijkheid van sperma bij verminderede vruchtbaarheid bevordert.

Een review is ook gedaan van literatuur over stimulatie protocollen bij IVF. Protocollen met GnRH antagonisten blijken het aantal zwangerschappen te verhogen bij lage- en hoge responders en mensen met hoge kans op OHSS. Een beter aantal levendgeborenen werd gezien bij gebruik van HMG voor stimulatie in vergelijking met rFSH in een lang protocol met GnRH. Het meest efficiente protocol is het gebruik van menselijk FSH in combinatie met rSH, waarbij een betere kwaliteit eitjes en embryo’s werd gezien dan gebruik van één van beide. Ook hier is de combinatie van melatonine met myo-inositol en foliumzuur effectief gebleken voor een hoger percentage goede eitjes en embryo’s.

Naast PubMed is ook veel informatie te vinden over wetenschappelijk onderzoek in Nederland. Op de website van Studies-obsgyn zijn de studies te vinden van het NVOG Consortium 2.0. Onder het kopje ‘Fertility’ kun je in de linkerbalk alle studies vinden die zowel binnen als buiten het Consortium uitgevoerd worden en daar is ook weer een splitsing te zien tussen de studies waarin nog mensen geïncludeerd worden en die al compleet zijn. Als je op de studie zelf klik kun je precies zien wat de bedoeling is en in welk ziekenhuis de studie uitgevoerd word.

Zo wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar het toedienen van HCG (Pregnyl) wanneer de grootste follikel 18 mm is of juist 22 mm. Er zitten voldoende mensen in de studie, maar de resultaten zijn nog niet bekend. Helaas!

Onder het kopje ‘results’ zijn de resultaten van de verschillende studies te vinden.

De patiënten-website hiervan is Watverwachtu waar op een iets makkelijker manier de onderzoeken en de resultaten worden beschreven.

Zo is gebleken met de ‘Bed Rest Study’ dat de hoeveelheid zwangerschappen bij 4 cycli IUI toegenomen zijn van 12% naar 21% als mensen 15 minuten rusten na de inseminatie.

Daarnaast is gebleken uit de ‘ALIFE’ studie dat aspirine, eventueel gecombineerd met heparine, de kans op een levendgeborene niet vergroot bij mensen met onverklaarbare herhaalde miskramen.

Ook is gebleken uit de ‘PROMISE’ trial dat de toediening van progesteron in het eerste trimester van de zwangerschap bij vrouwen met onverklaarbare herhaalde miskramen de kans op een levendgeborene niet vergroot.

Ook staat hier de ‘SCRaTCH’ studie beschreven, een onderzoek naar het effect van endometrium scratching op de kans op een levendgeborende in een tweede IVF/ICSI behandeling, nadat de eerste IVF/ICSI behandeling niet tot een zwangerschap heeft geleid.

Wat heb ik hier zelf mee gedaan? Ergens halverwege de IUI behandelingen ben ik twee keer naar een acupuncturist gegaan. Eerlijk gezegd vond ik de naaldjes echt niet prettig en het daarna een half uur stil liggen en totaal niet kunnen bewegen (bang dat een naaldje door mijn oor zou gaan) was voor mij niet ontspannend. Om mij heen hoorde ik positieve geluiden over voetreflexmassage en dit heb ik eind 2016 voor het eerst geprobeerd. Het was heerlijk ontspannend en haar gevoel klopte precies, waarbij ze ook nog eens rake feedback gaf. Hier ga ik mee door tijdens de IVF/ICSI behandeling, al is het maar voor het fijne, ontspannen gevoel wat ik eraan overhoud.

Wat ik daarnaast heb gedaan is de gehele cyclus voorafgaand aan de IVF/ICSI behandeling dagelijks een combinatie te gebruiken van 600-1000 mcg foliumzuur, 2250 mg inosytol (met 250 mg choline) en 1,5-3.0 mg melatonine. Ik haalde dus niet elke dag de hoeveelheid die in onderzoek gebruikt is, maar hoop zo wel de kwaliteit van de eitjes te kunnen bevorderen. Verder hebben zowel mijn vriend als ik vanaf twee maanden voor de punctie geen alcohol meer gedronken. Roken deden we sowieso niet. Zelf drink ik geen koffie en mijn vriend heeft geminderd hiermee.

Wat betreft het weer moest ik een beetje lachen om het onderzoek. Zitten we dan in Nederland… in maart... in de regen…  Dan zouden mensen in andere landen makkelijker zwanger moeten kunnen worden dan wij. Wat ik wel heb gedaan is bij lekker weer even een uurtje buiten wandelen of fietsen. Dat was ook een tip van de reflexologe om letterlijk zuurstof je lichaam in te laten om zo de eitjes een gezonde start te geven. 

Mochten er nog speciale verzoekjes zijn voor onderzoek naar IVF/ICSI, laat het me dan vooral weten!

Reacties